Lies is blij dat ze even naar boven kan, zo kan ze verder gaan met de uitwerking van haar plan, haar laptop opstartend neemt ze plaats achter het bureau op het kamertje waar Tom zijn papieren bij houdt. Ze schrijft twee aparte brieven één voor de broer van Tom aan Stijn en eentje aan zijn moeder en zusje.
Beste Anja en Suzanna,
Jullie kennen mij niet maar ik ben de vriendin van Tom,mijn naam is Annelies, afgekort Lies. Ik ben zo vrij geweest om uit te zoeken waar u verblijft via bepaalde kanalen. Uw zoon heeft me over u verteld en ik zie aan hem hoeveel het met hem doet dat hij geen contact meer heeft met zijn moeder en broer, tevens zal het een hele verrassing zijn voor hem om te weten dat hij nog een volle zus heeft en een half zusje en broertje. Anja jouw zoon en Suzanna jouw broer, ik ben van in eerste instantie uitgegaan van hetgeen wat Tom mij verteld heeft over Stijn en over u zijn moeder. Tom weet echter niet dat ik een brief naar u stuur, dit is om eventuele teleurstelling te voorkomen. U zult zich misschien afvragen hoe ik aan u adres gegevens ben gekomen.
Ik heb een oom die werkt bij Interpol, het was niet gemakkelijk voor hen om te achterhalen waar u verbleef, toch is het hem echter wel gelukt. Dit zijn mijn bepaalde kanalen waarover ik eerder schreef. Op dit moment zijn Tom en Rob uw ex-man beneden herinneringen aan het ophalen met foto boeken. Zij vieren hiermee de verjaardag van Stijn uw andere zoon.
Tom heeft mij laten weten, dat zowel hij als zijn vader getracht hebben u te zoeken, maar dat hen dit niet is gelukt. Mede door de vele verhuizingen en het contact wat steeds meer en meer verwaterde. Toch kan ik aan beide heren zien, dat zij hieronder lijden, ook de nieuwe vriendin van uw ex-man is dit niet ontgaan. Mijn oom wist mij te vertellen dat u nog een dochter had gekregen en dat haar echte vader Rob is. Mede doordat ik niet weet hoe u zult reageren, vertel ik hen niks totdat ik nader bericht van u krijg.
Ook uw andere zoon Stijn die vandaag de dag 27 jaar word zal ik een brief schrijven met daarin de vraag of hij misschien een ontmoeting zou willen in de nabije toekomst. Deze vraag stel ik dan nu ook aan u, bent u bereid om uw zoon te ontvangen, zodat hij ook zijn zusje kan leren kennen en eventueel ook zijn half zusje en broertje.
Stuur enkele foto’s mee van uw ex-man en Tom zodat u weet hoe zij er nu uit zien. Onderaan de brief vindt uw mijn gegevens. Ik hoop van harte van u te horen.
Met vriendelijke groeten Lies Boom.
Zo dat is brief één, nu brief twee.
Beste Stijn,
Mijn naam is Annelies, afgekort Lies. Ik ben de vriendin van uw jongere broer Tom met wie u al een aantal jaar geen contact heeft. Hij is op dit moment beneden en viert samen met uw biologische vader Rob uw 27ste verjaardag. Dit zal u kunnen zien op de bijgevoegde foto’s die ik mee zal zenden.
Tom en ook uw vader Rob weten niet dat ik via mijn oom die werkzaam is bij Interpol uw adres heb weten te bemachtigen en geheel zonder hun medeweten een brief aan u stuur. Voor ik verder ga wil ik u eerst van harte feliciteren met uw verjaardag. Bij deze gefeliciteerd.
Uw broer Tom, heeft mij het één en ander verteld, hoe hij tegen u opkeek, maar naarmate de problemen tussen u ouders uitgroeide tot een scheiding en u bij uw moeder ging wonen, bleef de broeder band niet bestaan. Hij heeft het vermoeden dat u het hem op de één of andere manier kwalijk neemt wat er destijds is gebeurd tussen uw ouders. U bleef of eigenlijk u was altijd weg wanneer hij u en uw moeder kwam bezoeken.
Ik heb uw moeder en uw zusje ook een brief gestuurd met daarin de vraag, of zij eventueel bereid zijn om in de nabije toekomst hen; uw vader en Tom te ontvangen. Deze vraag wil ik ook aan u stellen. Bent u bereid om uw vader en uw jongere broer te treffen in de nabije toekomst?
Zij weten niet van het bestaan van Suzanna, dit zal voor beiden een schok zijn, toch net als ik in de brief aan uw moeder heb geschreven, zeg ik niks tot ik nader van u bericht heb vernomen. Dit om eventuele teleurstellingen te doen voorkomen. Wil hierbij u nog wel laten weten dat zij beiden apart een zoektocht op touw hebben gezet om te proberen u te vinden. Echter beschikten zij niet over de juiste middelen en is hen dit niet gelukt.
Met vriendelijke groeten Lies Boom.
Jeetje, zegt Lies hardop als ze de tweede brief naleest, het is afstandelijk en kort geschreven, maar wel met de juiste bedoelingen. Ik hoop zo dat beiden reageren en er een ontmoeting komt. Haar telefoon via een usb aansluiting te hebben aangesloten print ze de foto’s uit. De brieven en de foto’s in envelop te hebben gestopt en dichtgeplakt te hebben, schrijft ze de adressen erop.
Ietwat zenuwachtig loopt ze naar beneden, ben even weg roept ze en dan loopt ze de deur uit. Als ze opschiet red ze het nog voor zes uur, het is een aardig stuk lopen. Als ze op de hoek van de straat staat ziet ze Marcel aan komen rijden op zijn motor. Lies roept hij, alleen op stap. Ja, ik moet even wat op de bus doen, zegt ze snel. Lift nodig misschien? Lies twijfelt, maar hij stelt haar al snel gerust. Ik doe je niks, Tom betekent meer voor mij dan een goede vriend en ik zal het niet in mijn hoofd halen om zijn vriendin iets aan te doen. Haar een helm aanreikend stapt ze achterop. Snel brengt hij haar naar de stad, aangekomen bij het postkantoor bedankt ze hem voor de lift en loopt dan gehaast het gebouw in.
Binnen is het helemaal niet druk, lopend naar de eerste balie overhandigd ze de brieven. Nieuw Zeeland, vriendje soms, vraagt de man achter de balie. Zoiets, zegt ze om van het gezeur van de man af te zijn. Je hebt geluk dame, ze gaan vandaag nog weg. Dank u, nadat ze heeft betaald loopt ze het postkantoor uit.
Om zich heen kijkend besluit ze even te winkelen, even haar gedachten leegmaken. Verrassend genoeg loopt ze naar een snackbar en besluit een soft ijsje te halen. Lies, ben jij dat hoort ze een bekende stem vragen. Als ze zich omdraait ziet ze Jasmijn staan. Wat een verrassing Jasmijn, hallo pauze soms? Nee, was dat maar waar, we hebben bijscholing hier, maar wat doe jij hier als ik vragen mag. Ik heb ze net op de bus gedaan die twee brieven aan Anja en aan Stijn en nu is het afwachten. Wist jij eigenlijk dat Stijn vandaag jarig was? Nee, dat wist ik niet. Joh dus nu zijn de mannen even alleen en ben jij stiekem de brieven gaan posten. Ja, inderdaad zo is het precies gegaan. Haar ijsje aannemend, lopen ze de snackbar uit de buitenlucht in, kan wel even wat missen, snap zowiezo deze bijscholing niet, BHV afkorting van bedrijfs hulp verlening. Heb ik vorige maand nog gedaan, nu al weer klopt volgens mij niet helemaal. De man die de cursus geeft ziet Jasmijn zitten op het stenen trappetje, hij wenkt haar. Zo terug roept ze achterom. Inderdaad na niet al te lange tijd ploft ze weer naast Lies op het stenen trappetje. Inderdaad foutje gemaakt, ik hoefde helemaal niet.
Dan gaan we zo toch even lekker de stad in, gaan we daarna terug naar Tom en kan jij gelijk meerijden met Rob, hebben zij een leuke middag avond en wij ook. Puik plan Lies, doen we. Haar spullen uit de ambulance pakkend lopen ze samen over het plein en lopen winkel in winkel uit. Inmiddels loopt het al tegen achten, beide dames zijn op van het slenteren door de stad. Dan gaat haar telefoon. Het is Tom, waar ben je vraagt hij ongerust, je ging even weg, maar even is niet een aantal uur. Sorry fluistert ze in de hoorn, ik wilde je tijd met je vader niet verstoren, het leek voor jullie beide belangrijk. Ja, is ook zo, maar dat wil niet zeggen dat ik me niet ongerust maak over mijn vrouwtje. Nee, dat is ook weer zo en je vader vraagt ze is die er ook nog? Ja, die staat naast mij, waarom vraag je dat. Is een verrassing liefje, maar ik kom zo naar huis. Zorg in ieder geval dat hij ook daar blijft. Oké, antwoord hij tot zo dan! Tot zo schat, kom er zo aan.
Is Tom ongerust over je hoort ze Jasmijn vragen, ja ik ging even weg en ben nu wel langer dan even weg kijkend op haar horloge. Als ze terug richting het postkantoor lopen zien ze dat haar overige collega’s net klaar zijn met de bijscholing. Peter met wie Jasmijn die dag dienst had komt op hen afgelopen. Kan ik jullie een rit geven zegt hij, lachend wijzend naar de enorme hoeveelheid tassen die beide dames met zich meezeulen. Graag, heel graag, zegt Jasmijn, scheelt weer lopen. In de ambulance plaatsnemend, de tassen achterin te hebben gelegd rijden ze richting het huis van Tom.
Nieuwsgierig vraagt Lies, Peter is het misschien mogelijk om het laatste stukje, de…de…sirene aan te zetten? Eigenlijk kan het niet, maar kan mij het ook schelen, een geintje moet kunnen. Als ze voor de straat staan waar Tom woont gooit hij de sirene en de lampen aan en rijd de straat in. Mensen die in hun woning het geluid horen kijken verschrikt op, ze zien niet dagelijks een ambulance met loeiende sirene door de straat rijden. Ook Tom en Rob schrikken zich een ongeluk, vooral omdat hij even daarvoor Lies aan de telefoon had en zij hem had medegedeeld dat ze er zo aan kwam. Ongerust loopt hij op zijn sokken naar de voordeur trekt deze open en kijkt naar het begin van de straat. Het gele gevaarte nadert, de sirene is uitgezet maar de lampen branden nog. Echter is er niks te zien, voor zijn woning stopt de ambulance, nu worden ook de lampen uitgezet. Peter opent het raampje en ziet een verschrikte Tom staan. Hé collega, zo te zien al behoorlijk aan de betere hand, ik heb speciale levering voor je. Wat voor mij, antwoord hij, wat dan? Aan de andere kant gaat het portier open en Lies stapt naar buiten. Mij antwoord ze lachend. Tom kan er echter niet omlachen, woedend staart hij haar aan. Vind je dit grappig zegt hij tegen haar. Krijg de schrik van mijn leven, je had wel ergens gewond kunnen liggen. Peter wil wat zeggen, maar aan de houding van Tom, ziet hij dat hij beter zijn mond kan houden.
Dan ziet hij nog iemand uitstappen, Jasmijn komt op hem afgelopen, maak er nou niet zo’n heisa over man er toch niks aan de hand. Heisa, Tom vliegt bijna uit zijn plaat, er had weet ik veel wat niet kunnen gebeuren. Ja, dat had gekund antwoord Jasmijn, maar dat is niet zo. Lies geschrokken van de uitbarsting van Tom, loopt langs hem heen naar binnen. Rob die uit de woonkamer komt gelopen ziet het wit weggetrokken gezicht van Tom zijn vriendin. Naar boven lopend, pakt ze haar laptop en weekend tas, vlug naar beneden lopend zegt ze tegen zijn vader. Ik bedoelde het niet zo, maar hij is zo boos op mij, ik ga naar huis. Nog altijd staat Tom te tieren tegen Jasmijn, hij ziet niet dat Lies langs hen heen loopt, helemaal in tranen. Ze had er niks mee bedoeld. Peter heeft haar echter wel helemaal overstuur het huis weer uit zien komen. De auto draaiend rijd hij langzaam weg van zijn collega’s die als twee kemphanen tegenover elkaar staan.
Lies, Lies roept hij vanuit de auto, kan ik je een lift geven, dit keer zonder sirene. Met tranen in haar ogen kijkt ze hem aan. Haar hoofd knikt van ja. In de auto stappend vraagt hij haar waar ze naar toe wil. Zonder er rekening mee te houden geeft ze het adres op van Anke en Joris. Na een ritje van een half uur schrikken Joris en Anke behoorlijk als ze een ambulance hun oprit zien opdraaien. Bedankt Peter, horen ze een bekende stem zeggen. Dan pas zien Joris en Anke dat het Annelies is die er helemaal plomp verloren bij staat. Anke loopt op haar af, neemt de tassen van haar over en geeft deze aan Joris. Kom, zegt ze tegen haar, Lies laat zich meenemen het grote huis is. Verdooft loopt ze achter Anke aan, de trap op naar boven. Anke laat voor haar een bad vollopen en zegt tegen haar; neem jij maar een lekker bad en kruip daarna maar lekker in bed, een goede nacht slapen kan heel verhelderend werken.
Jasmijn en Tom staan nog steeds tegenover elkaar woest kijken ze elkaar aan, ze wilde alleen even het laatste stukje de sirene aan Tom, waar maak je, je nou zo druk over. Kijk het is misschien niet helemaal het gelukkige moment geweest, maar ja het zij zo. Het is gebeurd terug draaien kan niet meer. Tom komt langzaam tot bedaren, misschien heb je wel gelijk antwoord hij. Misschien heb ik iets te fel gereageerd. Iets, zegt Jasmijn, zeg maar rustig te fel gereageerd. Zijn jullie klaar, roept Rob vanuit de deuropening. Ja, antwoorden Tom en Jasmijn. We zijn klaar, hij beseft dat hij te fel reageerde. Dat weet ik wel zeker antwoord Rob, niet begrijpend kijkt hij zijn vader aan, wat bedoel je daarmee pa? Precies zoals ik het zeg, ze is weg Tom en je hebt het niet eens opgemerkt. Hoe bedoel je, ze is weg? Volledig in tranen kwam ze naar binnen, ze heeft boven haar spullen gepakt en ze is het huis uitgelopen. Het laatste wat ze zei was; hij is zo boos op mij, ik ga naar huis.
Je liegt, zegt hij tegen zijn vader, hij rent de trap op naar boven, nu ziet hij dat zijn vader gelijk heeft, ze heeft inderdaad al haar spullen gepakt, kijkend in zijn werkkamer ziet hij uit de printer een foto steken, die had zijn vader blijkbaar genomen. Hij heeft haar in zijn armen en kust haar. Wat heb ik gedaan, zegt hij hardop. Rob is achter zijn zoon aangelopen naar boven en vind hem in zijn werkkamer. De foto in zijn hand treft hij zijn zoon in tranen. Pa,……..meer komt er niet uit. Jongen het komt wel goed, jij was boos enigszins wel terecht, anderzijds ook niet helemaal. Het doet hem veel zijn zoon zo verdrietig te zien. Ik moet haar bellen, het haar uitleggen, ik was zo ongerust, ze zou maar even wegblijven, ze bleef heel lang weg. Ik was bang, bang dat er iets gebeurd was. Ik snap het jongen, maar snap je haar reactie ook. Ja, nu wel nadat Jasmijn me….weer is het stil.
Jasmijn komt naar boven gelopen, ik weet waar ze is, ze is totaal overstuur, maar ze is wel veilig. Ze is bij Anke en Joris, Peter heeft haar daar afgezet. Bedankt Jasmijn, antwoord hij haar met heel veel emotie in zijn stem. Dan stort hij ook in. Zijn vader helpt hem overeind, de zorgen die hij over haar had, dat haar iets was overkomen maakten hem van binnen gek. Zijn vader probeert hem op te tillen uit zijn stoel. Jongen kom op, neem een douche en ga naar haar toe, leg het haar uit. Jasmijn en ik blijven wel hier. Ietwat gerustgesteld door de woorden van zijn vader hijst hij zichzelf overeind. De badkamer inlopend vraagt hij zich af, of ze hem nog wel wil zien, na zijn uitbarsting.
Snel een douche nemend kleed hij zich aan, naar beneden lopend overhandigd zijn vader hem de sleutel van zijn auto. Ga, zegt hij tegen hem, ga. Tom loopt de deur uit en stapt in de auto van zijn vader. De hele weg naar het huis van Anke en Joris speelt het gebeuren af in zijn gedachten. Als een auto naast hem komt rijden en op de claxon begint te drukken weet hij dat hij zijn aandacht bij de weg moet houden om niet opnieuw een ongeluk te krijgen. Na een rit van dertig minuten staat hij voor de oprit van het huis van Joris en Anke. Ongeduldig drukt hij op de intercom, ja hoort hij een stem wie is daar, ik ben het Tom. Dan ziet hij hoe het hek zich opent en rijd hij verder de oprit op. Zijn auto parkerend ziet hij Joris staan, Tom ik weet niet of dit wel zo’n goed idee is, ik moet haar zien, haar spreken en het haar uitleggen. Kan het niet tot morgen wachten, vraagt hij. Tom staat voor Joris, zou jij tot morgen wachten vraagt hij hem. Joris doet een stap opzij en Tom loopt langs hem heen naar binnen. Waar is ze, vraagt hij. De trap op naar boven, vierde deur aan de linkerkant. Met twee treden tegelijk rent hij de trap op. Zenuwachtig staat hij voor de gesloten deur. Ook Joris is inmiddels boven. Hij duwt de deur open, Anke kijkt om en ziet Tom staan. Van het bed opstaand, zegt ze, ik denk dat je beter morgen terug kunt komen. Ik denk het niet, antwoord hij. Joris loopt nu ook de kamer is, Anke bij haar hand meetrekkend zegt hij; kom lieverd, hier moeten ze zelf uitkomen. Met tegenzin laat ze zich door Joris de kamer uit begeleiden. Toch weet ze ergens dat Tom gelijk heeft, hij moet dit inderdaad zo snel mogelijk oplossen.
Joris sluit de deur achter zich, Tom loopt voorzichtig om het bed heen, daar ligt ze haar ogen zijn dik van het huilen, hij kan zichzelf wel voor zijn kop slaan. Lies, zegt hij zachtjes, Lies ik ben het. Lies opent haar ogen, nu pas ziet hij hoeveel verdriet hij haar heeft gedaan, haar ogen zijn helemaal rood, opgezwollen en dik. Het spijt me, zegt hij knielend voor het bed. Het was niet mijn bedoeling om zo tegen je uit te vallen. Lies kan het niet geloven, zit hij hier nu echt op zijn knieën, tegen haar te vertellen dat het hem spijt. Je bent niet echt, hoort hij haar fluisteren ik droom. Nog wetend wat zij bij hem gedaan heeft pakt hij een velletje beet op haar arm en knijpt erin. Auw, roept ze uit, je voelde dat, nu weet je dat ik er echt ben. Hem aankijkend zegt ze; het spijt me Tom, ik wilde je niet ongerust maken, het spijt mij ook Lies, ik had nooit zo tegen je mogen uitvallen, maar ik was zo bezorgd, zo bang dat je iets was overkomen. Haar in zijn armen nemend, voelt hij hoe haar lichaam begint te schokken, hoe de emoties naar buiten komen. Zijn shirt wordt nat van haar tranen, maar het kan hem helemaal niks schelen. Als hij haar maar in zijn armen heeft, weet hij dat het allemaal weer goed komt. Als ze weer een klein beetje bedaard is, vraagt hij haar iets op te schuiven. Vlug ontdoet hij zich van kleding en schuift hij bij haar tussen de lakens.
Haar opnieuw in zijn armen nemend valt hij zo met haar in slaap. Als Anke en Joris even later naar boven gaan openen ze de deur waar Tom eerder naar binnen is gegaan. Vanuit de deuropening zien ze hoe ze in elkaars armen vredig liggen te slapen. Dat zit wel goed Ank, fluistert Joris. Het licht uitknippend en de deur sluitend lopen ze richting hun eigen slaapkamer. Nog even kijkend bij hun zonen die vredig liggen te slapen, stappen zij ook in bed. Moe en voldaan vallen ze beide ook snel in slaap.
Geschrokken van een bepaald geluid opent Lies haar ogen, in het schijnsel van het bedlampje ziet ze dat Tom naar haar ligt te kijken. Goedemorgen schoonheid, lekker geslapen, voor ze iets kan zeggen drukt hij zijn lippen op de hare voor een innige kus. Als hij haar iets later loslaat, omhelst ze hem, de omhelzing zegt hem genoeg. Dan horen ze beiden een geluid. Ohhh Sam en Ben hebben honger denk ik. Uit het bed stappend lopen ze richting de kamer van Anke en Joris, bij het zien van Lies stoppen de jongens gelijk met huilen. Sttt…zegt ze zachtjes, Tom en ik gaan jullie wel eten geven, dan kunnen papa en mama nog even slapen. Sam overhandigend aan Tom, lopen ze beiden met ieder een baby op hun armen naar beneden. In de keuken pakt ze uit de koelkast twee flesjes melk en warmt deze op in de magnetron. Even voelt ze of de melk goed op temperatuur is. Dan Tom ook een flesje te hebben overhandigd lopen ze naar de woonkamer. Op de bank ploffend zitten ze naast elkaar en geven ieder aan een baby de fles. Intens weer gelukkig met elkaar kijken ze elkaar aan. Onderwijl drinken Sam en Ben gulzig hun flesjes leeg.
Recente reacties